Vertalingen gezag NL>ES
het gezag
zelfst.naamw.
1) persoon of instantie die officieel de macht heeft -
autoridad (la ~) het ouderlijk gezag over de kinderen - tener la autoridad paterna de los hijos het bevoegd gezag van de overheid - la autoridad competente del gobierno |
op eigen gezag (=zelfstandig zonder anderen iets te vragen) - por propia autoridad
Ik heb dat op eigen gezag gedaan en ben dus verantwoordelijk. - Yo lo hice por propia autoridad y entonces soy responsable.
|
2) toestand dat mensen naar je luisteren door je kwaliteiten en prestaties -
autoridad (la ~) veel gezag hebben bij je collega's - tener mucha autoridad sobre tus compañeros De overheid heeft steeds minder gezag bij het volk. - El gobierno tiene cada vez menos autoridad sobre la población. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het gezag | gobernante (znw.) ; la supremacía (v) ; soberano (znw.) ; el señorío (m) ; la sala de arte (v) ; el régimen (m) ; potencial (znw.) ; la potencia (v) ; poder (znw.) ; el gobierno (m) ; la galería de arte (v) ; el dominio (m) ; el consejo de ministros (m) ; la cómoda (v) ; la autoridad (v) ; el armario de gabinete (m) ; la alacena (v) ; la administración (v) |
gezag | autoridad |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `gezag`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: autoriteitNL: autoriteitenNL: gezaghebbersNL: gouvernementNL: heerschappijNL: kabinetNL: machtNL: regering