Vertalingen gapen NL>DE
gapen
werkw.
Uitspraak: | [ˈxapə(n)] |
Verbuigingen: | gaapte (verl.tijd ) heeft gegaapt (volt.deelw.) |
1) uit vermoeidheid of verveling je mond willekeurig wijd opendoen en daarbij diep ademhalen -
gähnen Hij zat de hele avond alleen maar te gapen. |
2) wijd openstaan -
gähnen , klaffen een gapende afgrond - ein gähnender Abgrund een gapende wond - eine klaffende Wunde |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gapen (ww.) | gähnen (ww.) |
gapen (werkw.) | gaffen ; gähnen ; klaffen |
gapen | aufklappen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `gapen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangapenNL: geeuwenNL: kijkenNL: openstaanUitdrukkingen en gezegdes
NL: gapende muil
DE: aufgesperrter Rachen