Vertaal
Naar andere talen: • fragiel > ENfragiel > ESfragiel > FR
Vertalingen fragiel NL>DE
fragiel brechbar ; empfindsam ; fein ; flau ; fragil ; gebrechlich ; quetschbar ; sanft ; schwach ; verletzbar ; verwundbar ; zart ; zerbrechlich
Bron: mwb


Voorbeeldzinnen met `fragiel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: breekbaar
NL: broos
NL: delicaat
NL: fijn
NL: fijngevoelig
NL: frèle
NL: iel
NL: kwetsbaar
NL: teder
NL: teer