Vertalingen geeuwen NL>DE
geeuwen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈxewə(n)] |
| Verbuigingen: | geeuwde (verl.tijd ) heeft gegeeuwd (volt.deelw.) |
gapen -
gähnen | geeuwen van de slaap - vor Müdigkeit gähnen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| geeuwen (ww.) | gähnen (ww.) |
| geeuwen (werkw.) | gähnen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `geeuwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gapen