Vertalingen fokken NL>DE
fokken
werkw.
Uitspraak: | [ˈfɔkə(n)] |
Verbuigingen: | fokte (verl.tijd ) heeft gefokt (volt.deelw.) |
vee of andere dieren houden om ze jonge dieren te laten voortbrengen -
züchten paarden fokken - Pferde züchten |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
fokken (ww.) | fortpflanzen (ww.) ; züchten (ww.) ; ziehen (ww.) ; zeugen (ww.) ; umwandeln (ww.) ; umgestalten (ww.) ; umbauen (ww.) ; treiben (ww.) ; kultivieren (ww.) ; hervorbringen (ww.) ; heranziehen (ww.) ; heranbilden (ww.) ; hegen (ww.) ; erzeugen (ww.) ; aufziehen (ww.) ; aufbauen (ww.) ; anpflanzen (ww.) ; anbauen (ww.) |
fokken (werkw.) | züchten |
het fokken | die Züchtung ; die Zucht ; die Fortpflanzung |
fokken | Tierzucht ; Züchtung ; Viehzucht |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `fokken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aankwekenNL: aanplantenNL: doen voorttelenNL: genererenNL: kinderen makenNL: kwekenNL: opfokkenNL: opkwekenNL: plantenNL: procreëren