Vertalingen schoren NL>DE
schoren (ww.) | abstützen (ww.) ; entlasten (ww.) ; unterstützen (ww.) |
schoren | abfangen ; abpallen ; abspreizen ; Stuetzbalken ; stützen ; verspannen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `schoren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dragenNL: ondersteunenNL: schragenNL: steunenNL: stutten