1. MWB
  2. Vertalen
  3. declineren (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • declineren > EN • declineren > ES • declineren > FR
Vertalingen declineren NL>DE
declineren (ww.) verknappen (ww.) ; schlechter werden (ww.) ; schmälern (ww.) ; schrumpfen (ww.) ; schwinden (ww.) ; schwächen (ww.) ; setzen (ww.) ; sinken (ww.) ; sparen (ww.) ; verbeugen (ww.) ; reduzieren (ww.) ; vermindern (ww.) ; verringern (ww.) ; versiegen (ww.) ; wegnehmen (ww.) ; weigern (ww.) ; weniger werden (ww.) ; zurückgehen (ww.) ; zusammengehen (ww.) ; nachlassen (ww.) ; abbauen (ww.) ; ablehnen (ww.) ; abschwächen (ww.) ; abwandeln (ww.) ; abändern (ww.) ; beugen (ww.) ; deklinieren (ww.) ; fallen (ww.) ; fortnehmen (ww.) ; geringer werden (ww.) ; herabmindern (ww.) ; herabsetzen (ww.) ; konjugieren (ww.) ; kürzen (ww.) ; mindern (ww.)
het declinerendie Beugung ; die Flexion ; die Deklinierung
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `declineren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: achteruitgaan
NL: afnemen
NL: dalen
NL: minder worden
NL: minderen
NL: minworden
NL: tanen
NL: teruggaan
NL: verbuigen
NL: verminderen