Vertalingen contracteren NL>DE
| contracteren (ww.) | festlegen (ww.) ; vereinbaren (ww.) ; zusammenziehen (ww.) |
| contracteren (werkw.) | kontrahieren |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `contracteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangaanNL: aantrekkenNL: afsluitenNL: samentrekkenNL: vastleggen