Vertaal
Naar andere talen: • calculeren > ENcalculeren > EScalculeren > FR
Vertalingen calculeren NL>DE
calculeren (ww.) ausarbeiten (ww.) ; berechnen (ww.) ; kalkulieren (ww.) ; veranschlagen (ww.) ; überschlagen (ww.)
calculeren (werkw.) ausrechnen ; berechnen ; kalkulieren
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `calculeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: becijferen
NL: berekenen
NL: rekenen
NL: tellen
NL: uitrekenen
NL: uitwerken