Vertalingen berooid NL>DE
berooid | hinfällig ; ärmlich ; winzig ; total verarmt ; schäbig ; schmächtig ; mittellos ; knapp ; karg ; arm ; hager ; geringfügig ; gering ; eng ; empfindlich ; dürftig ; bettelarm ; armselig |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `berooid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: armNL: armetierigNL: doodarmNL: haveloosNL: karigNL: magerNL: poverNL: schraalNL: straatarm