1. MWB
  2. Vertalen
  3. mager (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • mager > EN • mager > ES • mager > FR
Vertalingen mager NL>DE

mager

bijv.naamw.
Uitspraak:  ['maxər]

1) met weinig vet - mager , dünn
magere fotomodellen - magere Fotomodelle
mager vlees - mageres Fleisch

2) tegenvallend, van matige kwaliteit - mager , dürr
een mager resultaat - ein mageres Resultat

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
mager schwächlich ; kärglich ; mager ; mager ; miserabel ; nichtig ; rank ; schadhaft ; schlaff ; schlank ; schlapp ; schlecht ; schmächtig ; schwach ; kränklich ; schütter ; schäbig ; sehrklein ; sparsam ; spindeldürr ; spärlich ; ungültig ; unscheinbar ; vergänglich ; winzig ; zerbrechlich ; ärmlich ; öde ; knapp ; armselig ; dünn ; dürftig ; empfindlich ; eng ; fein ; fettarm ; flau ; gebrechlich ; gedrungen ; gering ; geringfügig ; grundlos ; hager ; halbfett ; handlich ; hilflos ; hinfällig ; hohl ; karg ; klein ; kläglich ; arm ; Ölarm ; mager ; leer ; fettarm
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `mager`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: armzalig
NL: berooid
NL: dor
NL: dun
NL: dun van gestalte
NL: geen vet op de botten hebbende
NL: halfvet
NL: iel
NL: karig
NL: laagcalorisch

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: magere kaas DE: Magerkäse (der)
NL: zo mager als een geraamte, hout DE: klapperdürr, spindeldürr, knochenmager