Vertaal
Naar andere talen: • afschrikken > ENafschrikken > ESafschrikken > FR
Vertalingen afschrikken NL>DE

afschrikken

werkw.
Uitspraak:  ɑfsxrɪkə(n)]
Verbuigingen:  schrikte af (verl.tijd ) heeft afgeschrikt (volt.deelw.)

(iemand) bang maken om iets te doen - entmutigen , abschrecken
Een betaling voor de hulpdienst moet patiënten afschrikken. - Eine Bezahlung der geleisteten Hilfe muss den Patienten abschrecken.
je door niets of niemand laten afschrikken - sich durch nichts oder niemanden abschrecken lassen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
afschrikken (ww.) abschrecken (ww.) ; Angst einjagen (ww.) ; verscheuchen (ww.) ; verschrecken (ww.)
het afschrikkendas Verjagen ; das Wegjagen
afschrikken Abschrecken ; Härten ; Quenchen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `afschrikken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bang maken
NL: intimideren
NL: verjagen
NL: verschrikken