Vertaal
Naar andere talen: • opkrassen > ENopkrassen > ESopkrassen > FR
Vertalingen opkrassen NL>DE
opkrassen (ww.) abhauen (ww.) ; abkratzen (ww.) ; abzischen (ww.) ; abzwitschen (ww.) ; sich wegscheren (ww.) ; sich zum Teufel scheren (ww.) ; verschwinden (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `opkrassen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aftaaien
NL: inrukken
NL: opdonderen
NL: ophoepelen
NL: oplazeren