Vertalingen afschermen NL>DE
afschermen (ww.) | abdecken (ww.) ; abgrenzen (ww.) ; abriegeln (ww.) ; abschirmen (ww.) ; absperren (ww.) ; abzäunen (ww.) ; begrenzen (ww.) ; umzäunen (ww.) |
afschermen (werkw.) | abgrenzen |
het afschermen | das Abblenden ; das Beschützen |
afschermen | Abdeckung ; Abschirmung ; Zweckbindung |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afschermen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdekkenNL: afgrendelenNL: afschuttenNL: afsluitenNL: beschermenNL: beschutten