Vertaal
Naar andere talen: • winkelen > ENwinkelen > ESwinkelen > FR
Vertalingen winkelen NL>DE

winkelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈwɪŋkələ(n)]
Verbuigingen:  winkelde (verl.tijd ) heeft gewinkeld (volt.deelw.)

voor je plezier winkels bezoeken - einkaufen , shoppen , bummeln

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
winkelen (p) Einkäufe (m-p)
het winkelendas einkaufen ; das Einkäufe machen
winkelen einen Einkaufsbummel machen
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `winkelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: boodschappen doen
NL: inkopen
NL: inslaan
NL: shoppen