Vertalingen winkelen NL>ES
winkelen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈwɪŋkələ(n)] |
| Verbuigingen: | winkelde (verl.tijd ) heeft gewinkeld (volt.deelw.) |
voor je plezier winkels bezoeken -
ir de tiendas © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| winkelen (ww.) | hacer compras (ww.) ; ir de compras (ww.) ; salier de compras (ww.) |
| het winkelen | la ir de tiendas (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `winkelen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boodschappen doenNL: inkopenNL: inslaanNL: shoppen
