1. MWB
  2. Vertalen
  3. vluchten (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • vluchten > EN • vluchten > ES • vluchten > FR
Vertalingen vluchten NL>DE

vluchten

werkw.
Uitspraak:  ['vlʏxtə(n)]
Verbuigingen:  vluchtte (verl.tijd ) is gevlucht (volt.deelw.)

weggaan omdat je ergens bang voor bent - flüchten
We zijn gevlucht voor de regenbui. - Wir sind vor dem Regenschauer geflüchtet.
Tijdens de oorlog zijn ze gevlucht. - Während des Krieges sind wir geflüchtet.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vluchten (ww.) durchbrennen (ww.) ; wegrennen (ww.) ; türmen (ww.) ; fortrennen (ww.) ; flüchten (ww.) ; fliehen (ww.) ; entwischen (ww.) ; entweichen (ww.) ; entkommen (ww.) ; entfliehen (ww.) ; davonlaufen (ww.) ; davoneilen (ww.) ; aussteigen (ww.) ; ausreißen (ww.) ; ausbrechen (ww.) ; abhauen (ww.)
vluchten (werkw.) entfliehen ; flüchten ; fliehen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `vluchten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ervandoor gaan
NL: ontglippen
NL: ontkomen
NL: ontsnappen
NL: ontvluchten
NL: uitwijken
NL: vlieden
NL: wegkomen
NL: weglopen
NL: wegrennen