Vertaal
Naar andere talen: • uitputten > ENuitputten > ESuitputten > FR
Vertalingen uitputten NL>DE
uitputten (ww.) auspumpen (ww.) ; entkräften (ww.) ; erlahmen (ww.) ; ermatten (ww.) ; ermüden (ww.) ; erschlaffen (ww.) ; erschöpfen (ww.) ; fertigmachen (ww.) ; schwach werden (ww.) ; schwächer werden (ww.)
uitputten (werkw.) ausbeuten ; leerräumen
het uitputtendas Abmühen ; das Anstrengen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `uitputten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aan kracht inboeten
NL: afmatten
NL: moe maken
NL: slopen
NL: vermoeien
NL: verslappen
NL: verzwakken

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: uitgeput raken DE: (van voorraad) ausgehen
NL: mijn geduld raakt uitgeput DE: die Geduld geht mir aus, meine Geduld ist nahezu erschöpft