Vertalingen tweetal NL>DE
het tweetal
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈtwetɑl] |
Verbuigingen: | tweetallen (meerv.) |
groep van twee -
Paar (das ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het tweetal | der Doppelpack ; das Duo ; das Gespann ; das Paar ; das zwei Stück |
Bronnen: Wiktionary; interglot
Voorbeeldzinnen met `tweetal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: duoNL: koppelNL: paarNL: spanNL: stelNL: twee personenNL: twee stuksUitdrukkingen en gezegdes
NL: een
tweetal liederen
DE: zwei LiederNL: na een
tweetal maanden
DE: nach etwa zwei, ein paar Monaten