Vertalingen stel NL>DE
het stel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [stɛl] |
Verbuigingen: | stellen (meerv.) |
1) bij elkaar horende dingen -
Satz (der ~), Set (das ~) op pad gaan met een rugzak en één stel extra kleren - mit einem Rucksack und einem zusätzlichen Satz Kleidung aufbrechen peper-en-zoutstel - Pfeffer-Salz-Set |
2) twee bij elkaar horende personen -
Paar (das ~) Zij zijn sinds de vakantie een stel. - Sie sind seit dem Urlaub ein Paar. |
3) niet al te groot aantal -
ein paar met een stel vriendinnen gaan kamperen - mit ein paar Freundinnen zelten gehen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het stel | angenommen ; die Ansammlung ; falls ; das Gespann ; die Gruppe von zwei oder mehr ; der Haufen ; die Häufung ; die Menge ; das Paar ; sofern ; die zwei Personen die zusammen gehören |
STEL (Afkorting) | STEL (Afkorting) |
stel | Kartenpaket ; Kartenstapel ; Lampenfuß |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `stel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aantalNL: accumulatieNL: clubNL: driftNL: garnituurNL: groepNL: groep van twee of meerNL: hoopNL: koppelNL: kuddeUitdrukkingen en gezegdes
NL: stel ondergoed
DE: Wäschegarnitur, UnterzeuggarniturNL: op
stel en sprong
DE: Knall und Fall, auf der Stelle