Vertalingen tweetal NL>FR
het tweetal
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈtwetɑl] |
Verbuigingen: | -len (meerv.) |
groep van twee -
paire (la ~), couple (le ~), duo (le ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het tweetal | couple (m) ; deux (m) ; deux personnes (v) ; paire (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `tweetal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: duoNL: koppelNL: paarNL: spanNL: stelNL: twee personenNL: twee stuks