Vertaal
Naar andere talen: • tros > ENtros > EStros > FR
Vertalingen tros NL>DE

de tros

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [trɔs]
Verbuigingen:  trossen (meerv.)

1) stel bloemen of vruchten die met kleine steeltjes aan één grote steel groeien - Traube (die ~), Rispe (die ~), Staude (die ~)
een tros druiven - eine Traubenrispe
een tros bananen - eine Bananenstaude

2) kabels waarmee je een schip aan de kade vastlegt - Trosse (die ~), Leine (die ~)
de trossen losgooien - die Trossen/Leinen lösen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de tros (m) der Bund ; die Festmachleine ; der Strauß ; das Tau ; die Traube ; die Trosse
tros Draht ; Einheitsbananenbueschel ; das Haltetau ; Kabeltau ; Reep ; Schlepptrosse ; Traube ; Traube von Fruechten ; Trosse
Bronnen: Wikipedia; Diving dictionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `tros`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: cluster
NL: kabel
NL: meertouw
NL: touw

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: tros druiven DE: Weintraube (die)