Vertalingen werkweek NL>DE
werkweek
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈwɛrkwek] |
Verbuigingen: | werkweekweken (meerv.) |
1) aantal dagen dat je per week werkt -
Arbeitswoche (die ~) een vijfdaagse werkweek - eine Fünftagewoche |
2) week dat leerlingen aan een project werken, vaak buiten school -
Projektwoche (die ~), Klassenfahrt (die ~) De zesde klas van het gymnasium gaat op werkweek naar Rome of Athene. - Die sechste Klasse des Gymnasiums geht nach Rom oder Athen auf Klassenfahrt. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de werkweek | die Arbeitswoche |
werkweek | Arbeitswoche |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `werkweek`

Voorbeeldzinnen laden....