Vertalingen teil NL>DE
teil
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [tɛil] |
Verbuigingen: | teilen (meerv.) |
ovale, ronde of vierkante bak van plastic of zink, meestal gebruikt om iets in te wassen -
Schüssel (die ~), Wanne (die ~) wasteil - Waschschüssel met je voeten in een teiltje water - mit den Füßen in einer Schüssel mit Wasser |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de teil | der Bottich ; der Eimer ; die Tonne ; der Trog ; die Wanne |
teil | Kübel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `teil`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bakNL: emmerNL: fustNL: kuipNL: potNL: tonNL: vat