Vertalingen tanen NL>DE
tanen (ww.) | auswaschen (ww.) ; bleichen (ww.) ; erblassen (ww.) ; erbleichen (ww.) ; gerben (ww.) ; geringer werden (ww.) ; lohen (ww.) ; schlechter werden (ww.) ; verblassen (ww.) ; vermindern (ww.) ; verringern (ww.) ; weniger werden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `tanen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afnemenNL: dalenNL: declinerenNL: leerlooienNL: looienNL: minder wordenNL: minderenNL: minwordenNL: teruggaanNL: verblekenUitdrukkingen en gezegdes
NL: getaand
DE: (van gezicht) gebräunt, lohbraun, gegerbt