Vertalingen tanen NL>EN
tanen (ww.) | to dwindle ; to wain ; to tarnish ; to tan ; to take away ; to shrink ; to remove ; to go thieving ; to fade away ; to decrease ; to decline ; to be shortcoming |
tanen | abate ; fall ; fade ; drop ; diminish |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `tanen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afnemenNL: dalenNL: declinerenNL: leerlooienNL: looienNL: minder wordenNL: minderenNL: minwordenNL: teruggaanNL: verblekenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `autumn` In US-Engels gebruikt men `fall` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: doen
tanen
EN: tarnish