Vertaal
Naar andere talen: • slopen > ENslopen > ESslopen > FR
Vertalingen slopen NL>DE

slopen

werkw.
Uitspraak:  [ˈslopə(n)]
Verbuigingen:  sloopte (verl.tijd ) heeft gesloopt (volt.deelw.)

1) (iets) totaal kapotmaken - abreißen , abbrechen , verschrotten
gebouwen slopen - Gebäude abreißen
auto's slopen - Autos verschrotten

2) (iemand) doodmoe maken - fertigmachen , an etwas zehren , schlauchen
Dat zware werk heeft me gesloopt. - Jene schwere Arbeit hat mich fertig gemacht.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
slopen (ww.) verheeren (ww.) ; erschöpfen (ww.) ; fertigmachen (ww.) ; ganz kaputt und auseinander holen (ww.) ; kaputtmachen (ww.) ; liquidieren (ww.) ; niederreißen (ww.) ; ruinieren (ww.) ; umstossen (ww.) ; verderben (ww.) ; ermüden (ww.) ; vernichten (ww.) ; verschrotten (ww.) ; verwüsten (ww.) ; wegreißen (ww.) ; zehren (ww.) ; zerlegen (ww.) ; zerstören (ww.) ; zertrümmern (ww.) ; ermatten (ww.) ; abbrechen (ww.) ; abreißen (ww.) ; abtragen (ww.) ; abwracken (ww.) ; aushöhlen (ww.) ; auspumpen (ww.) ; ausschalten (ww.) ; demolieren (ww.) ; den Hals umdrehen (ww.) ; einstampfen (ww.) ; entkräften (ww.) ; erledigen (ww.)
slopen (werkw.) abreißen ; abbrechen
slopen Abbau ; Zerlegung ; einreißen ; Abwrack
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `slopen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aantasten
NL: afbreken
NL: afmatten
NL: amoveren
NL: breken
NL: consumeren
NL: demonteren
NL: iets afbreken
NL: moe maken
NL: mollen