Vertalingen schep NL>DE
de schep
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [sxɛp] |
Verbuigingen: | scheppen (meerv.) |
1) stuk gereedschap waarmee je kunt scheppen (2) -
Schaufel (die ~), Schippe (die ~) De composthoop keren gaat gemakkelijker met een riek dan met een schep. - Der Komposthaufen lässt sich leichter mit einer Mistgabel als mit einer Schippe umsetzen. |
2) hoeveelheid die je in één keer kunt opscheppen -
Löffel (der ~) één schepje suiker in de thee, alstublieft - bitte ein Löffelchen Zucker in den Tee |
een schep geld (=een groot bedrag) - ein Batzen Geld
|
er een schepje bovenop doen (=iets intensiever, heviger, of erger maken) - eine Schaufel drauflegen
Vlak voor de finish deed hij er nog een schepje bovenop. - Kurz vor dem Finish legte er noch eine Schaufel drauf.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de schep (v) | die Schaufel ; Schüppe |
de schep (m) | der Spaten |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `schep`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boelNL: schopNL: spadeUitdrukkingen en gezegdes
NL: (hoeveelheid) Löffelvoll
DE: Schaufelvoll