Vertalingen rondtrekken NL>DE
rondtrekken (ww.) | bummeln (ww.) ; herumwandern (ww.) ; herumziehen (ww.) ; schlendern (ww.) ; stromern (ww.) ; umherstreichen (ww.) ; umherstreifen (ww.) ; umherziehen (ww.) ; wandeln (ww.) ; zigeunern (ww.) |
rondtrekken (werkw.) | herumziehen |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `rondtrekken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: doorkruisenNL: doortrekkenNL: rondreizenNL: rondzwervenNL: toerenNL: trekkenNL: zwervenUitdrukkingen en gezegdes
NL: rondtrekkend
DE: (ook) wandernd, fahrendNL: rondtrekkend gezel
DE: Wanderbursche (der)NL: rondtrekkende kooplui, muzikanten etc.
DE: fahrende LeuteNL: rondtrekkende troep
DE: (toneelspelers) Wandertruppe (die)