Vertalingen toeren NL>DE
toeren
werkw.
| Uitspraak: | [ˈturə(n)] |
| Verbuigingen: | toerde (verl.tijd ) heeft getoerd (volt.deelw.) |
rondreizen voor je plezier -
umherfahren | Op zondagmiddag zijn we een eindje met de nieuwe auto gaan toeren. - Am Sonntag Mittag sind wir ein Stück mit dem neuen Auto umhergefahren. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het toeren | der Ausflüge |
| toeren | spazierenfahren |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `toeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: excursiesNL: reizenNL: rondrijden