Vertalingen reppen NL>DE
reppen (ww.) | aufjagen (ww.) ; auftreiben (ww.) ; beeilen (ww.) ; eilen (ww.) ; hasten (ww.) ; hetzen (ww.) ; jagen (ww.) ; rasen (ww.) ; sich beeilen (ww.) ; sputen (ww.) ; wetzen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `reppen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanroerenNL: haastenNL: ijlenNL: jachtenNL: jagenNL: jakkerenNL: opschietenNL: snellenNL: spoedenNL: vliegenUitdrukkingen en gezegdes
NL: z.
reppen
DE: sich beeilenNL: van iets
reppen
DE: etwas erwähnen, von etwas sprechen, etwas (im Gespräch) berührenNL: er met geen woord van
reppen
DE: etwas gar nicht, mit keinem Wort erwähnen, (z. er geen woord over laten ontvallen) kein Wort davon fallen lassen