Vertalingen opdringen NL>DE
I opdringen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔpdrɪŋə(n)] |
Verbuigingen: | drong op (verl.tijd ) heeft opgedrongen (volt.deelw.) |
tegen iemands zin aanbieden -
aufdrängen , aufschwatzen Hij ging een snoeischaar kopen, en heeft zich door de verkoper een elektrische grasmaaier laten opdringen. - Er zog los, um eine Schere zu kaufen und hat sich vom Verkäufer einen elektrischen Rasenmäher aufschwatzen lassen. |
II zich opdringen
reflexief werkw.
Uitspraak: | [ˈɔpdrɪŋə(n)] |
Verbuigingen: | drong zich op (verl.tijd ) heeft zich opgedrongen (volt.deelw.) |
ongevraagd aandacht opeisen -
aufdrängen je op een hinderlijke manier aan iemand opdringen - sich jemandem auf belästigende Art aufdrängen De gedachte dat ik opgesloten zat drong zich plotseling op. - Der Gedanke, eingeschlossen zu sein, drängte sich mir plötzlich auf. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
opdringen (ww.) | andringen (ww.) ; dringen (ww.) ; durchsetzen (ww.) |
het opdringen | das Aufdrängen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opdringen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanpratenNL: forcerenNL: openduwenNL: oprukkenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (iemand iets)
opdringen
DE: aufdrängen, aufnötigen, aufzwingenNL: z.
opdringen
DE: sich aufdrängen