ontvouwen

Vertalingen ontvouwen NL>DE

werkw.

Uitspraak:	[ɔntˈfɑuwə(n)]
Verbuigingen:	ontvouwde (verl.tijd ) heeft ontvouwd (volt.deelw.)

deel van de uitdrukking: -

je plannen ontvouwen

Overige bronnen

ontvouwen (ww.)	aufschließen (ww.) ; auseinandersetzen (ww.) ; darlegen (ww.) ; deuten (ww.) ; entfalten (ww.) ; erklären (ww.) ; erläutern (ww.) ; erörtern (ww.) ; falten (ww.) ; illustrieren (ww.) ; offenfalten (ww.) ; schildern (ww.) ; verdeutlichen (ww.)
ontvouwen (werkw.)	darlegen ; entfalten

Bronnen: interglot; Wiktionary

Voorbeeldzinnen met `ontvouwen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: openspreiden
NL: openvouwen
NL: spreiden
NL: toelichten
NL: uiteenzetten
NL: uitklappen
NL: uitleggen
NL: uitslaan
NL: uitspreiden
NL: uitvouwen

Zojuist vertaald