Vertalingen hypotheek NL>DE
de hypotheek
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [hipoˈtek] |
Verbuigingen: | hypotheektheken (meerv.) |
geld dat je leent om een huis te kopen -
Hypothek (die ~) een aflossingsvrije hypotheek sluiten - eine tilgungsfreie Hypothek abschließen hypotheekrente - Hypothekzinsen na dertig jaar je hypotheek aflossen - die Hypothek nach dreißig Jahren tilgen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de hypotheek (v) | das Darlehen ; das Hypothek ; die Hypothek ; das Kredit |
de hypotheek | die Grundschuld ; das Pfand |
hypotheek | Hyp. (Afkorting) ; Hypothek |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hypotheek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedragNL: geldleningNL: kredietNL: leningUitdrukkingen en gezegdes
NL: een
hypotheek hebben op, nemen op
DE: eine Hypothek haben auf (3), nehmen auf (4)NL: (geld) op
hypotheek nemen
DE: auf Hypothek aufnehmenNL: (geld) op
hypotheek plaatsen
DE: in Hypotheken anlegenNL: (een
hypotheek) aflossen
DE: lösenNL: op eerste
hypotheek
DE: in erster HypothekNL: (met een
hypotheek) bezwaard
DE: belastetNL: vrij van
hypotheek
DE: hypothekenfrei