| Uitspraak: | [ˈsprɛidə(n)] |
| Verbuigingen: | spreidde (verl.tijd ) heeft gespreid (volt.deelw.) |
| een betaling spreiden in de tijd - Ratenzahlung leisten de verantwoordelijkheid spreiden over drie bestuurders - die Verantwortlichkeit auf drei Gesellschafter aufteilen De bank wil functies spreiden over Amsterdam en Brussel. - Die Bank will Arbeitsplätze auf Amsterdam und Brüssel aufteilen. |
| je armen spreiden - die Arme ausbreiten De vogel spreidde zijn vleugels. - Der Vogel spreizte seine Flügel. |
Voorbeeldzinnen laden....