Vertalingen Menen NL>DE
menen
werkw.
Uitspraak: | ['menə(n)] |
Verbuigingen: | meende (verl.tijd ) heeft gemeend (volt.deelw.) |
1) denken dat iets zo is -
meinen Het begint om half acht, meen ik. - Es beginnt um halb acht, meine ich. Ik meende u te herkennen. - Ich meinte, Sie wiederzuerkennen. |
2) werkelijk/ernstig vinden wat je zegt -
meinen Het klonk als een grapje, maar zij meende het echt! - Es klang wie ein Witz, aber sie meinte es ernst. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
menen (ww.) | der Meinung sein (ww.) ; finden (ww.) ; meinen (ww.) |
menen (werkw.) | glauben ; meinen ; think |
menen | annehmen ; glauben ; Menen ; vermuten |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Menennieuws.be
Voorbeeldzinnen met `Menen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedoelenNL: denkenNL: serieus zijnNL: van mening zijnUitdrukkingen en gezegdes
NL: ik meen het (in ernst), het is gemeend
DE: ich meine es ernstlich, es ist mir Ernst damit, es ist mein (voller) Ernst, es ist ernstlich gemeintNL: dat zou ik
menen
DE: das will ich meinenNL: hij meende (hem te kennen)
DE: er glaubteNL: hij meent het te kunnen
DE: er glaubt daß er es kannNL: hij meent een hele meneer te zijn
DE: er dünkt sich ein großer Herr