Vertalingen lijmen NL>DE
lijmen
werkw.
Uitspraak: | [ˈlɛimə(n)] |
Verbuigingen: | lijmde (verl.tijd ) heeft gelijmd (volt.deelw.) |
met lijm vastmaken -
kleben , leimen een gebroken vaas lijmen - eine zerbrochene Vase kleben |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
lijmen (ww.) | anheften (ww.) ; anleimen (ww.) ; aufkleben (ww.) ; festheften (ww.) ; festkleben (ww.) ; heften (ww.) ; leimen (ww.) ; zusammenkleben (ww.) |
lijmen (werkw.) | leimen |
het lijmen | das Ankleben ; das Kleben ; das Plakken |
lijmen | Kleben ; leimen ; Verbund ; Verkleben |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `lijmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanlijmenNL: bepratenNL: hechtenNL: herstellenNL: klevenNL: opplakkenNL: plakkenNL: talmenNL: vasthechtenNL: vastklevenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand
lijmen
DE: einen auf den Leim führenNL: z. door iemand laten
lijmen
DE: einem auf den Leim gehen