1. MWB
  2. Vertalen
  3. kachel (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • kachel > EN • kachel > ES • kachel > FR
Vertalingen kachel NL>DE

kachel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈkɑxəl]
Verbuigingen:  kachels (meerv.)

apparaat om een ruimte te verwarmen - Ofen (der ~)
de kachel aandoen als het koud wordt - den Ofen anmachen, wenn es kalt wird
oliekachel - Ölofen
gaskachel - Gasofen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de kacheldie Erwärmung ; die Feuerung ; der Heizofen ; die Heizung ; der Ofen
kachel Heizgerät ; Raumheizofen
Bronnen: interglot; training.bova; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `kachel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: allesbrander
NL: beschonken
NL: brandstof
NL: dronken
NL: haard
NL: oven
NL: stoken
NL: verwarming
NL: vuur