Vertaal
Naar andere talen: • krassen > ENkrassen > ESkrassen > FR
Vertalingen krassen NL>DE

krassen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkrɑsə(n)]
Verbuigingen:  kraste (verl.tijd ) heeft gekrast (volt.deelw.)

1) krassen (1) maken - kritzeln , krakeln
De kleuter zit te krassen in een schrift. - Das Kindergartenkind krakelt in einem Heft.

2) door strepen of insnijden laten ontstaan - ritzen
je naam op de muur krassen - seinen Namen in die Mauer ritzen

3) een scherp geluid maken - kratzen
een krassend stemgeluid - ein kratzender Ton

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
krassen (ww.) jucken (ww.) ; kratzen (ww.) ; sich scheuern (ww.)
het krassendas Gekrabbel ; das Gekritzel ; die Kratzerei
krassen Kratzer ; Verkratzung
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `krassen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: gekraak
NL: gekras
NL: knarsen
NL: kraken
NL: ontsieren
NL: raspen
NL: schenden
NL: schrabben
NL: schrapen
NL: schrappen