Vertaal
Naar andere talen: • garanderen > ENgaranderen > ESgaranderen > FR
Vertalingen garanderen NL>DE

garanderen

werkw.
Uitspraak:  [xarɑnˈderə(n)]
Verbuigingen:  garandeerde (verl.tijd ) heeft gegarandeerd (volt.deelw.)

1) garantie geven - garantieren , sich verbürgen für
de veiligheid van een elektrisch apparaat garanderen - die Sicherheit eines Elektrogerätes garantieren

2) met zekerheid voorspellen - garantieren , versichern
Ik garandeer je dat hij weer te laat komt. - Ich garantiere dir, dass er wieder zu spät kommt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
garanderen (ww.) garantieren (ww.) ; gewährleisten (ww.) ; sicherstellen (ww.)
garanderen (werkw.) garantieren
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `garanderen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beloven
NL: instaan voor
NL: verzekeren
NL: waarborgen