Vertalingen duren NL>DE
duren
werkw.
Uitspraak: | [ˈdyrə(n)] |
Verbuigingen: | duurde (verl.tijd ) heeft geduurd (volt.deelw.) |
bepaalde tijd nodig hebben -
dauern , fortdauern De vakantie duurt zes weken. - Die Ferien dauern sechs Wochen. |
Het zal mijn tijd wel duren. (=<wat je zegt als je je ergens niet druk over maakt>) - Nach mir die Sintflut.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
duren (ww.) | erlauben (ww.) ; zulassen (ww.) ; nachgeben (ww.) ; lassen (ww.) ; gutheißen (ww.) ; gewähren (ww.) ; gestehen (ww.) ; gestatten (ww.) ; genehmigen (ww.) ; entgegenkommen (ww.) ; einwilligen (ww.) ; einräumen (ww.) ; eingestehen (ww.) ; dauern (ww.) ; bewilligen (ww.) ; bekräftigen (ww.) ; austeilen (ww.) |
duren (werkw.) | dauern |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `duren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhoudenNL: beklijvenNL: duldenNL: goedkeurenNL: goedvindenNL: gunnenNL: inwilligenNL: latenNL: permitterenNL: standhoudenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (de onderhandelingen)
duren lang
DE: ziehen sich in die Länge