1. MWB
  2. Vertalen
  3. afvoeren (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • afvoeren > EN • afvoeren > ES • afvoeren > FR
Vertalingen afvoeren NL>DE

afvoeren

werkw.
Uitspraak:  [ˈɑfurə(n)]
Verbuigingen:  voerde af (verl.tijd ) heeft afgevoerd (volt.deelw.)

1) naar een andere plaats brengen - abführen , entsorgen , abtransportieren
regenwater afvoeren via de dakgoot - Regenwasser über die Regenrinne abführen
krijgsgevangen afvoeren naar een detentiekamp - Kriegsgefangene in ein Gefangenenlager abtransportieren

2) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking van een lijst afvoeren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
afvoeren (ww.) fortbringen (ww.) ; wegtragen (ww.) ; wegschleppen (ww.) ; wegschaffen (ww.) ; wegführen (ww.) ; wegbringen (ww.) ; forttragen (ww.) ; fortschleppen (ww.) ; fortschaffen (ww.) ; fortführen (ww.) ; fortfahren (ww.) ; davontragen (ww.) ; ausstoßen (ww.) ; ausscheiden (ww.) ; auslaufen lassen (ww.) ; abtragen (ww.) ; abführen (ww.) ; abfließen lassen (ww.)
afvoeren abfliessen ; abtransportieren ; abfuehren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `afvoeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afscheiden
NL: doen wegvloeien
NL: lozen
NL: meedragen
NL: uitscheiden
NL: uitstoten
NL: uitwerpen
NL: wegdragen
NL: wegsjouwen
NL: wegslepen