Vertalingen wegdragen NL>DE
wegdragen (ww.) | abführen (ww.) ; davontragen (ww.) ; fortbringen (ww.) ; fortfahren (ww.) ; fortführen (ww.) ; fortschaffen (ww.) ; fortschleppen (ww.) ; forttragen (ww.) ; wegbringen (ww.) ; wegführen (ww.) ; wegschaffen (ww.) ; wegschleppen (ww.) |
het wegdragen | das Abtragen ; das Wegtragen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `wegdragen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afvoerenNL: meedragenNL: wegsjouwenNL: wegslepenNL: wegvoeren