Vertaal
Naar andere talen: • afremmen > ENafremmen > ESafremmen > FR
Vertalingen afremmen NL>DE

afremmen

werkw.
Uitspraak:  ɑfrɛmə(n)]
Verbuigingen:  remde af (verl.tijd ) heeft afgeremd (volt.deelw.)

minder snel doen gaan - abbremsen , bremsen
de groei van een kankergezwel afremmen - das Wachstum eines Krebsgeschwürs bremsen
afremmen voor een stoplicht - abbremsen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
afremmen (ww.) abbremsen (ww.) ; bremsen (ww.) ; stoppen (ww.) ; verlangsamen (ww.)
afremmen Bremskraftmischen ; langsamer fahren ; Stopzeit
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `afremmen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afzwakken
NL: remmen
NL: stoppen