Vertalingen tinter FR>NL
tinter (ww.) | klakken (ww.) ; kleppen (ww.) ; kletteren (ww.) ; klingelen (ww.) ; klokluiden (ww.) ; luiden (ww.) ; rammelen (ww.) ; rinkelen (ww.) ; tingelen (ww.) ; tinkelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `tinter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: bourdonnerFR: carillonnerFR: résonnerFR: sonnerFR: tintinnabuler