Vertaal
Naar andere talen: • résonner > DErésonner > ENrésonner > ES
Vertalingen résonner FR>NL
[ʀezɔne]

1 produire un son qui dure ou qui est plus fort - (weer)klinken

  'Les voix résonnent dans l'escalier.'
  De stemmen weerklinken op de trap.


2 renvoyer un son plus long ou plus fort - galmen - resoneren

  'Cette salle résonne beaucoup.'
  Deze zaal heeft een slechte akoestiek.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
résonner (ww.) resoneren (ww.) ; weerschallen (ww.) ; weerklinken (ww.) ; weerkaatsen (ww.) ; weergalmen (ww.) ; terugstoten (ww.) ; terugkaatsen (ww.) ; stuiten (ww.) ; schallen (ww.) ; herhalen (ww.) ; reflecteren (ww.) ; nazeggen (ww.) ; naklinken (ww.) ; nabouwen (ww.) ; luiden (ww.) ; kletteren (ww.) ; klank voortbrengen (ww.) ; hoorbaar zijn (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `résonner`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: bruire
FR: renvoyer
FR: retentir
FR: vibrer

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: cette salle résonne bien NL: deze zaal heeft een goede akoestiek