Vertalingen carillonner FR>NL
carillonner (ww.) | beieren (ww.) ; bonzen (ww.) ; kletteren (ww.) ; klingelen (ww.) ; klokluiden (ww.) ; luiden (ww.) ; rammelen (ww.) ; rinkelen (ww.) ; tingelen (ww.) ; tinkelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `carillonner`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: tintinnabuler