Vertaal
Naar andere talen: • taxer > DEtaxer > ENtaxer > ES
Vertalingen taxer FR>NL
[takse]

1 faire payer un impôt sur l'achat d'un produit, d'un service - (met accijns) belasten

  'taxer les cigarettes'
  accijns heffen op sigaretten


2 accuser - beschuldigen (van)

  'taxer ··· de malhonnêteté'
  iemand van oneerlijkheid beschuldigen


3 prendre à ··· - jatten (van)

  'taxer de l'argent à ··· '
  geld van iemand jatten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
taxer (ww.) aanslaan (ww.) ; adviseren (ww.) ; afwegen (ww.) ; begroten (ww.) ; beraden (ww.) ; consideren (ww.) ; iets aanraden (ww.) ; iets overwegen (ww.) ; ingeven (ww.) ; overdenken (ww.) ; overwegen (ww.) ; ramen (ww.) ; schatten (ww.) ; suggereren (ww.) ; taxeren (ww.)
taxer belastingen heffen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `taxer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: accuser
FR: assujettir
FR: charger
FR: estimer
FR: grever
FR: imposer
FR: reprocher
FR: tarifer

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: taxer de NL: beschuldigen van