Vertaal
Naar andere talen: • rafler > DErafler > ENrafler > ES
Vertalingen rafler FR>NL
rafler (ww.) afbedelen (ww.) ; afpakken (ww.) ; aftroggelen (ww.) ; bietsen (ww.) ; grissen (ww.) ; vervreemden (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `rafler`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: accaparer
FR: acheter
FR: approprier
FR: emparer
FR: emporter
FR: enlever
FR: gagner
FR: marauder
FR: monopoliser
FR: prendre