Vertalingen pointer FR>NL
[pwɛ̃te]1 diriger - richten
'pointer son doigt vers ··· '
met zijn vinger naar iets wijzen
'pointer une arme sur ··· '
een wapen op iemand richten2 marquer d'un signe - markeren
'pointer des noms sur une liste'
namen op een lijst markeren[pwɛ̃te]1 former une pointe - omhoogtorenen
'Les arbres pointent vers le ciel.'
De bomen verheffen zich tegen de hemel.2 enregistrer l'heure de son arrivée et de son départ, au travail - klokken
'pointer tous les matins'
iedere ochtend klokken© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
pointer (ww.) | aanduiden (ww.) ; aankruisen (ww.) ; aanwijzen (ww.) ; inklokken (ww.) ; merken (ww.) ; spitsen (ww.) ; stempel zetten (ww.) ; stempelen (ww.) ; tonen (ww.) ; tuiten (ww.) ; uitklokken (ww.) |
pointer | mikken ; op punctuur drukken ; stiften plaatsen ; wijzen op |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `pointer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: cacheterFR: cocherFR: coterFR: écrireFR: empreindreFR: estampillerFR: étiqueterFR: inscrireFR: noterFR: numéroterUitdrukkingen en gezegdes
FR: vis de pointage
NL: stelschroefFR: pointer une note
NL: een noot voorzien van een punt, waardoor ze met de helft verlengd wordtFR: pointer les oreilles
NL: de oren spitsen